Persoonsdossier

Binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt er met enige regelmaat onderzoek gedaan naar het gedrag of de levensomstandigheden van iemand. In verband met strafzaken of bij de tenuitvoerlegging van opgelegde straffen of maatregelen zijn deze onderzoeken noodzakelijk. De uitkomsten van dit soort onderzoeken komen in een rapport en worden aangeboden aan bijvoorbeeld een rechter of officier van justitie. Vaak zijn dit soort rapporten afkomstig van een (jeugd) reclasseringsinstelling, de Raad voor de Kinderbescherming of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

Op grond van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens verwerken en bewaren wij deze rapporten. Wij noemen ze ‘persoonsdossiers’ en bewaren ze in ons Justitieel Documentatie Systeem (JDS). De wet bepaalt aan wie afschriften van het persoonsdossier Justitiële Documentatie mogen worden verstrekt en voor welk doel. Een rapport in het persoonsdossier wordt na 10 jaar verwijderd. Als een straf of maatregel is opgelegd die langer is dan 10 jaar, dan is de verwijderingstermijn gelijk aan de duur van de opgelegde vrijheidsstraf of maatregel in de zaak waarin dat rapport is uitgebracht.

Inzien van het persoonsdossier

U kunt geen schriftelijke informatie over of een kopie van de rapporten uit uw persoonsdossier krijgen (artikel 43 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens). U kunt wel uw eigen persoonsdossier inzien. Om uw persoonsdossier in te zien, moet u een verzoek indienen bij de Justitiële Informatiedienst. Dit kan schriftelijk of per e-mail. Bij dit verzoek moet u uw naam, adres en telefoonnummer vermelden. Ook moet u een kopie van een geldig identiteitsbewijs meesturen. De rechtbank nodigt u vervolgens uit om uw persoonsdossier in te zien.