'Ik hoop dat ik erin geslaagd ben Justid iets mee te geven voor de toekomst'

Algemeen directeur Wijnand Lodder van de Justitiële Informatiedienst (Justid) neemt op 15 juni afscheid vanwege zijn pensionering. Het moment is passend: hij is namelijk ook veertig jaar in dienst geweest als Rijksambtenaar. Zijn loopbaan stond in het teken van het dienen van het publieke belang: na een belangrijk deel van zijn leven gewerkt te hebben in het gevangeniswezen, werd hij algemeen directeur van het Shared Service Center ICT (SSC-I) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). In 2018 trad hij in dienst bij Justid. “Ik hoop dat ik erin geslaagd ben om Justid iets mee te geven voor de toekomst. Daar heb ik mij vanaf dag één voor ingezet en ik hoop dat het nog een tijdje bestendig blijkt te zijn.”

Wijnand Lodder

“Als algemeen directeur probeer je te kijken naar hoe agenda’s van mensen eruitzien en hoe je kunt helpen om nuttige verbindingen te maken”, begint Wijnand. “Dat heeft me ook gedreven in mijn vorige banen. Ik was hiervoor directeur van SSC-I, daarvoor regiodirecteur in het gevangeniswezen. Wat me heel erg is bijgebleven is dat die wereld van binnen vraagt om goede verbinding met buiten, omdat er allerlei, vaak onjuiste of onvolledige, beelden ontstaan. Je taak is om al die beelden tegen het licht te houden. Je moet kijken of ze adequaat zijn en of ze aanpassing behoeven. Je kunt daarbij ook niet zonder goed beeld van je eigen organisatie. Het is een soort balans, waarin je voortdurend laveert tussen de binnen- en buitenwereld.”

“Zit je er als bestuurder voor de medewerkers of voor de buitenwereld? Ik realiseer me dat dit een te simpele afweging is in de hedendaagse complexe wereld. Mededirecteuren, managers, medewerkers: we hebben allemaal verbinding met belangen, wensen en posities binnen én buiten.”

Betrouwbaar en tijdig

“Justid was gegrondvest op het integere en integrale persoonsbeeld. Het heeft enorm geholpen dat we het label dat we als informatiedienst hadden, hebben uitgebreid. We zijn er nu voor de professionals waar dan ook in het domein om de justitiële informatie die zij nodig hebben betrouwbaar en tijdig op de juiste plek te krijgen, zodat de juiste beslissingen genomen kunnen worden. Het is de opgave van Justid om daarbij een logische en relevante partij met toegevoegde waarde te zijn. Dat is breder dan het integere en integrale persoonsbeeld aanleveren.”

“De kunst is om overeind te houden wat je al goed doet en waardoor je bekend bent. We hebben niet voor niets de missie en visie van Justid tegen het licht gehouden en ‘cruciale informatie op het juiste moment’ als nieuwe missie gekozen. Het is daarbij mijn en onze uitdaging om ervoor te zorgen dat de continuïteit en betrouwbaarheid van dienstverlening en dienstbaarheid blijft, maar dat Justid tegelijkertijd zijn kennis en kunde niet onder stoelen of banken steekt. Dat Justid zijn functie en rol kent en het goede gesprek aangaat in de omgeving waar meerwaarde geboden kan én moet worden. Dat is een soort volwassenheid. We zijn er nog niet, maar ik denk wel dat we de afgelopen vijf jaar flink zijn opgeschoten.”

Complexiteit

"Voor een deel hangt de identiteit van Justid af van autoriteit en gezag op complexe informatievraagstukken. Die zou versterkt kunnen worden door de wetenschap en het bedrijfsleven sterker aan ons te binden. Uiteindelijk is informatie-uitwisseling een organisatorisch en technisch vraagstuk. Daar kunnen anderen ons ook bij helpen.”

“Justid is een complexe dienst met veel taken, opdrachten en onderdelen in een omgeving die reuze dynamisch en van zich zelf al complex is door het grote aantal relaties. Dan moet je niet achterblijven, maar beheersing tonen. We mogen daarbij geen schade hebben van onze eigen complexiteit. Als je met een open, oprechte en nieuwsgierige blik naar buiten en naar elkaar kijkt, dan ben je veel ontvankelijker voor wat de ander te vertellen heeft. Dat maakt je uiteindelijk rijker en een betere gesprekspartner. Het is ook een manier van doen die het werk leuker en interessanter maakt, maar ook beter beheersbaar. Die twee kunnen prima samen gaan.”

Wijnand Lodder

Beweging

Op alle vlakken is er beweging, zowel binnen Justid als in de buitenwereld. “Het is een gek gevoel om dan te stoppen”, beaamt Wijnand. “Als je eindverantwoordelijk bent voor een organisatie als deze, dan moet je nergens slecht van slapen of over iets tobben. Je moet doen wat bij je past en wat bij de organisatie past. Tegelijkertijd is de opdracht van een algemeen directeur ook een boeiende opgave, je verbindt je met veel en velen en je helpt om noodzakelijke dingen echt mogelijk te maken. De organisatie wordt daardoor ook een stukje van jezelf. En dat stukje, daar neem je niet zo makkelijk afscheid van.”

“Ik ga met een gemengd gevoel weg, je bent nooit echt klaar. Stilzitten is aan mij ook niet besteed. Ik ben geen geranium-type, al vind ik ze wel mooi in bloembakken. Ik wil alles nog niet helemaal loslaten. Ik ben in beperkte mate beschikbaar voor de mensen die dat willen. We gaan zien hoe dat gaat lopen. Ik wil ook nadrukkelijk tijd maken voor andere dingen. Ik wil meer gaan reizen, meer van de wereld zien. Ik denk aan mijn kleinkinderen, mijn huis en tuin, mijn thuis. Ik heb veel hobby’s en ben ook nog toezichthouder. Ik heb best een volle agenda en het zal een kunst zijn om alles te plooien. Maar dat is me de afgelopen jaren gelukt en dat zal me de komende jaren ook wel lukken.”

Kracht en positie

“Het is ongelofelijk wat er bij Justid plaatsvindt. We hebben een niet weg te denken kracht en positie binnen de ontwikkeling van het domein van Justitie en Veiligheid. Eentje die er echt toe doet, die maatschappelijk zeer relevant is. Ook in de samenleving gaat het allemaal over informatie. Informatie is dé trigger voor gedrag en besluiten. Daarmee is onze maatschappelijke opgave bepaald. Ik denk dat we op het goede spoor zitten en ik ga met veel plezier op een afstandje zitten om te kijken hoe het zich ontwikkelt.”

“Justid heeft een rol te vervullen in het gemeenschappelijke stelsel van informatie-uitwisseling en het is zijn kracht om boven de partijen te staan. De organisatie heeft het grote voordeel dat zij de gemeenschap als positie kent. Die positie moet je vasthouden, dat is wat Justid groot heeft gemaakt, waar de autoriteit aan ontleend wordt en wat doorontwikkeld kan worden. We moeten de inhoud centraal stellen en dat op een vriendelijke manier blijven doen. Met in het achterhoofd voortdurend de opdracht: zorg ervoor dat de diensten die je levert honderd procent kwalitatief en kwantitatief geleverd blijven. Hou je betrouwbaarheid vast als basis voor de vormgeving van de ontwikkeling van morgen.”

“Wat ik de organisatie graag wil meegeven: blijf geloven in je eigen kracht. Ik zie dat de omgeving te veel een soort resultante oplevert, een soort compromis veroorzaakt door partijen die denken vanuit een belang dat vooral henzelf verder helpt. Daarin meegaan is verleidelijk, maar ik denk dat Justid de weg van autoriteit zou moeten inslaan. Dat krijg je niet, dat ben je. Je moet op zoek gaan naar datgene wat je autoriteit geeft. Dat moet versterkt worden. De organisatie moet haar eigen kracht benutten en op zoek gaan naar de verbinding met wetenschap en het bedrijfsleven.”

Tijd

“Ik hoop dat ik erin geslaagd ben om Justid iets mee te geven voor de toekomst. Daar heb ik vanaf dag één voor gewerkt en ik hoop dat het nog een tijdje bestendig blijkt te zijn. Voor de rest zijn we allemaal voorbijgangers.” Hoe ziet de toekomst van Wijnand zelf eruit? “Een sprong in het diepe is het voor mij niet helemaal, ik zie collega’s met pensioen gaan. Ik hou nog wat vast, maar geleidelijk zal het afnemen. Het is voor een deel een andere wereld, maar volgens mij went het heel snel. Waar ik het meest naar uitkijk? Niet zozeer minder verplichtingen. Mensen vormen doorlopend relaties met elkaar en dat schept voortdurend nieuwe verplichtingen.”

“Ik kijk vooral uit naar meer tijd. Tijd om te reizen, bijvoorbeeld. Meer van de omgeving zien. Ik ben socioloog, maar heb ook rechten en theologie gestudeerd. Ik heb in dat kader wel eens gedacht aan promoveren, maar ik kon daar geen tijd voor vinden. Misschien ga ik daar nu anders naar kijken. Ik ben ooit begonnen met een boek, delen van het manuscript liggen in de kast. Ik kan dit  weggooien, maar misschien vind ik nu wel tijd en ruimte om het af te maken. Ja, ik heb straks tijd, maar ik vrees dat deze ook snel weer ingevuld is.”