Een van de taken van het Informatieportaal Justitiabelen (Injus) is het informeren van gemeenten als de detentie van een gedetineerde begint/eindigt of als de gedetineerde op verlof gaat. Dit kan worden gedaan in het kader van re-integratie of bij bepaalde categorieën zaken die onder de Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ) vallen.1 Daarnaast is het ook een taak van Injus om het Openbaar Ministerie (OM) een melding te sturen als een slachtoffer geïnformeerd moet worden over het begin of einde van een detentie of verlof.2
1 De wettelijke basis voor de gegevensuitwisseling ten behoeve van re-integratie is artikel 18a van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 20d van de Penitentiaire maatregel. De wettelijke basis voor de gegevensuitwisseling ten behoeve van Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ) is gebaseerd op artikel 18a van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 11a van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens.
2 De wettelijke basis voor het informeren van slachtoffers over het detentieverloop wordt gevormd door artikel 51ac van het Wetboek van Strafvordering en de Regeling verstrekken zaaksinformatie aan slachtoffers.
Waarom wordt hierbij een algoritme gebruikt?
Om meldingen zo goed mogelijk op te stellen worden algoritmen gebruikt. Het doel van het algoritme is om automatisch te bepalen wie op basis van wet- en regelgeving wanneer op de hoogte moet worden gesteld van de momenten waarop de gevangenisstraf (de zogenoemde detentie) van iemand begint, eindigt en wanneer een gedetineerde met verlof gaat.
Door een algoritme te gebruiken, kan het aantal handmatige handelingen worden beperkt. Dit heeft als voordeel dat de kans op een menselijke fout of vertraging bij het sturen van meldingen afneemt.
Het algoritme volgt de regels die door medewerkers van Injus zijn meegegeven aan het algoritme. Dit wordt ook wel een rule based algoritme genoemd. Het algoritme bepaalt middels deze regels wanneer een slachtoffer, burgemeester of andere partij geïnformeerd moet worden op basis van de gegevens van de detentie, in bepaalde gevallen gecombineerd met informatie van de strafzaak.
Als je gedetineerd bent (geweest) voor een strafzaak die in de categorie valt waarbij de gemeente en/of het slachtoffer geïnformeerd moet(en) worden bij begin/einde detentie of verlof, worden er gegevens over jouw detentie, in bepaalde gevallen gecombineerd met informatie van de strafzaak, door het algoritme verwerkt.
Meldingen die naar slachtoffers moeten worden verstuurd, worden eerst geleverd aan het Informatiepunt Detentieverloop (IDV), dat onderdeel is van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM moet zorgvuldig beoordelen of het slachtoffer daadwerkelijk geïnformeerd moet worden.
Voor de Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ) beoordeelt altijd een medewerker van Justid welke burgemeester geïnformeerd moet worden.
Voor re-integratie van een gedetineerde in de samenleving worden de meldingen automatisch geleverd aan gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming op basis van het laatst bekende adres in de Basisregistratie Personen (BRP) en aan de reclasseringsinstanties.
De regels die het algoritme volgt, worden ontwikkeld in samenwerking met Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) als opdrachtgever. De regels worden uitvoerig getest en gedocumenteerd door medewerkers van Injus en uiteindelijk worden de regels die het algoritme gebruikt ook getest door eindgebruikers. De groep eindgebruikers bestaat uit een aantal praktijkexperts.
Het algoritme wordt uitsluitend door de Justitiële Informatiedienst (Justid) gebruikt.
Het algoritmeregister geeft misschien niet antwoord op al uw vragen. U kunt daarom bellen of mailen met onze medewerkers van Klant Contact en Service.